The Power of One: Nieuwe contacten in coronatijd

unnamed.jpg

In this blog Marianne Boes from the Power of One project reflects on building new networks and starting new projects during the Covid-19 pandemic. Since the blog was originally posted on the UMC Utrecht website for employees it is only available in Dutch.

Het afgelopen jaar was een uitzonderlijk jaar, waarin ook nu nog vele collega’s zich binnen de muren van het UMC Utrecht inzetten voor patiënten met en zonder COVID19. Wat minder zichtbaar is, is dat veel onderzoekers die leidinggeven aan onderzoek in de laboratoria, zoals ik, ook nu nog vanuit huis werken en dit nu al ruim een jaar. Mijn drie kinderen zijn nu in deeltijd weer op school en zoals bij velen is de zolderkamer tot kantoor getransformeerd. Sociale contacten verlopen nu vooral digitaal en er is minder mogelijkheid nieuwe contacten op te doen, wat best een gemis is. De medewerkers van mijn onderzoeksgroep werken op 1.5 meter afstand in het laboratorium en alle overleg met hen verloopt ook via Teams. Trots ben ik op de promovendi, want met alle aanpassingen in de laboratoria die er zijn, weten ze met kleine vertraging toch mooie voortgang te boeken. Maar dit is niet waar deze blog over gaat.

 

In de maanden vóórdat de coronaepidemie ons overviel, raakte ik betrokken bij een project van de strategische alliantie tussen ons huis, Wageningen Universiteit, TU/Eindhoven, en Universiteit Utrecht. De uitdaging was om met collega’s van de andere drie instituten een onderzoeksaanvraag in te dienen voor financiering, en na maanden van overleg formuleerden we ons project ‘The Power of One: Towards the representation of unheard and unseen individuals in the hospital, workplace and neighbourhood’. Zonder twijfel vind ik dit project de leukste ontwikkeling van het afgelopen jaar; het is enorm inspirerend om samen te werken met getalenteerde collega’s uit andere disciplines, en zo dit project uit het niets op te trekken.

 

Binnen ons ziekenhuis onderzoek ik nu een dag per week de participatie van patiënten in klinisch onderzoek. Want worden de patiënten voor wie we onderzoek uitvoeren wel op de juiste manier betrokken? De eerste bevindingen lijken te ondersteunen dat hier soms een verschuiving is: in gepubliceerde artikelen vinden we bepaalde demografische groepen meer en andere juist minder vertegenwoordigd (denk aan leeftijd, man/vrouw verhouding of etniciteit). Dit is niet verwonderlijk want niet iedereen staat te trappelen om te participeren in klinische studies, of begrijpt de studie goed genoeg om te mogen deelnemen. Tegelijkertijd is het interessant, want hier is de mogelijkheid om onderzoek nóg beter te maken. En dit is pas het begin!

Aanstaande september betrekken we met het Center for Unusual Collaborations, waar dit project deel van uitmaakt, fysieke ruimte in het Vening Meinesz gebouw, op het Utrecht Science Park. Er van uit gaande dat de coronaregels dan versoepeld zullen zijn, gaan we ons participatieonderzoek (en onderwijs!) vanuit die locatie voortzetten. Kom vooral langs als je onderzoek doet binnen het UMC Utrecht en nieuwsgierig bent naar ongewone samenwerking. Want naast het participatieonderzoek is er nog veel meer onderzoek gaande en aanstaande; inspiratie en verwondering over talent en kennis vanuit de andere disciplines krijg je er gratis bij.      

Previous
Previous

Microblog: Ultimate Plasticity; photography for team building

Next
Next

SoS: Amir Raoof writes about interdisciplinarity and Darwin’s law.